Geniale tiener met een uitgesproken (negatieve) mening
‘Supermarkten geven me altijd een tasje wanneer ik dat niet nodig heb, omdat ik alleen maar een pakje kauwgom of een banaan heb gekocht of chips die al in een zakje zit, en dan voel ik me schuldig, omdat zij plastic verspillen, maar het tasje zit er al omheen voordat ik in de gaten heb dat ze er eentje pakken, dus dan zeg ik maar niets. In de videotheek vragen ze juist altijd of ik een tasje wil en hoewel ik mijn dvd in theorie best zonder een tasje mee zou kunnen nemen, en dat tasje ook weer verspilling is van plastic, heb ik er bij de videotheek wel altijd eentje nodig, omdat ik, om redenen die zo meteen duidelijk zullen worden, vind dat alle dvd’s verpakt horen te zijn.’
Zo. Dat waren de eerste twee zinnen van hoofdstuk 1. In 130 woorden, 551 tekens en tien regels krijg je meteen een beeld van Carrie. Carrie is een meisje met een uitgesproken mening die eigenlijk hierop neer komt: alle mensen zijn hypocriet. En haar mening laat ze ook duidelijk horen aan de mensen om haar heen, onder andere haar vader en therapeut Petrov. Naast haar uitgesproken mening is Carrie ook bijzonder intelligent. Ze heeft drie klassen overgeslagen en is op haar negentiende afgestudeerd aan Harvard University. Maar het lijkt alsof Carrie een stoornis heeft, ze vindt het moeilijk om met andere mensen om te gaan, daarom blijft ze vaak de hele dag in bed. Daarvoor is ze is onder behandeling bij een therapeut en hij geeft haar een mega-opdracht, vindt Carrie. Ze moet:
- Tien dingen verzinnen die ze leuk vindt.
- Zich aansluiten bij een vereniging.
- Op date gaan.
- Aan iemand vertellen dat ze om hem/haar geeft.
- Oudejaarsavond vieren.
Zo als korte samenvatting klinkt het boek leuk, en in het begin ís het boek ook leuk. De manier van denken van Carrie is totaal anders, wat wel grappige situaties veroorzaakt. Maar naarmate het boek vordert, des te langdradiger het wordt. Carrie is lui en onderneemt niets, kraakt iedereen af omdat ze een te laag IQ hebben, hypocriet zijn en ga zo maar door. Op een gegeven moment ben je flauw van haar gezeur over onder andere de overburen en de tasjes van de videotheek, en dit alles maakt Carrie een heel onaangenaam persoon.
De schrijfstijl van auteur Caren Lissner is opvallend. Lissner is redacteur bij een krantenketen in New Jersey en debuteerde in 2003 met Carrie Pilby. In 2010 werd het boek heruitgegeven door Harper Teen, en nu is het dus ook vertaald in het Nederlands door Valérie Janssen. Die vertaling laat de uitgebreide manier van schrijven van Lissner zien, die soms prettig of grappig is - zoals bij de eerste twee zinnen van het eerste hoofdstuk -, maar vaak worden de passages hier heel langdradig van. Het is heel moeilijk om na twee bladzijdes te zeggen waar de vorige twee over gingen, het verhaal blijft niet hangen, wat het leesplezier natuurlijk niet bepaald bevordert.
Terug naar die quote aan het begin. Dit is een van de weinige leuke kanten van Carrie, helaas. Lissner heeft geprobeerd om het leven van een geniale tiener in het dagelijks leven vorm te geven, alleen is dit idee niet helemaal goed uit de verf gekomen. En daarom: het niet zo coole leven van Carrie Pilby, en helaas, maar toch, ook het niet zo coole boek over Carrie.
Reageer op deze recensie